Vochtigheid en kwaliteitsmeting bij het genereren van gecomprimeerde ademlucht

Naast grenswaarden voor chemische componenten zoals zuurstof, Stikstof, koolmonoxide en kooldioxide, moet ademlucht in samengeperste vorm, zoals die wordt gebruikt door duikers en brandweerlieden, ook voldoen aan eisen voor het water- en oliegehalte.

De Nauwkeurigheid van de grenswaarden staat beschreven in DIN EN 12021: 2014-07 en wordt kort geïllustreerd in de volgende tabel.

Norm voor ademlucht DIN EN 12021: 2014-07

Zuurstofgehalte (O2)

21 % ± 1 %

Koolmonoxidegehalte (CO)

5 ppm

Kooldioxidegehalte (CO2)

500 ppm

Olie

0,5 mg/m3

Watergehalte (H2O)

25 mg/m3

Het niet naleven van deze grenswaarden kan leiden tot aanzienlijke schade aan lijf en leven. Een te hoog vochtgehalte in de persluchtcilinders kan bijvoorbeeld leiden tot het volgende:

Corrosie in de ademluchtcilinders

De ademluchtcilinder kan ongemerkt beschadigd raken door de geleidelijke ontwikkeling van roest. Bij gebruik van beschadigde cilinders kunnen onbedoelde ongelukken gebeuren door storingen.

Het inademen van corrosieve componenten is ook schadelijk voor de gezondheid, dus zelfs zonder een defect kan geleidelijk persoonlijk letsel optreden.

Broedplaats voor schimmel of andere schadelijke bacteriën

Overmatige Vochtigheid bevordert de groei van schimmels of bacteriën. Het inademen hiervan kan leiden tot longontsteking en andere ernstige ziekten.

IJsvorming bij lage temperaturen

Tijdens extreem duiken in water met temperaturen rond het vriespunt kan ijsvorming in ademluchtcilinders tot gevaarlijke situaties leiden. In het ergste geval kan bevriezing van de cilinderuitlaat onder water tot de dood leiden.

Overmatige olie in ademluchtcilinders onder druk Druk

Olie aërosolen + deeltjes: Naast permanente ademhalingsproblemen kan het inademen van olie in het ergste geval leiden tot kanker. Aerosols bevatten meestal ook kleine metaaldeeltjes, wat de situatie er niet beter op maakt.